Het vochtgehalte van krantenpapier speelt een cruciale rol bij het bepalen van de flexibiliteit, curlweerstand en opslagvereisten. Aangezien kranteprint voornamelijk wordt gemaakt van mechanisch verwerkte houtpulp, maakt de hygroscopische aard ervan het zeer gevoelig voor veranderingen in vochtigheid en vochtspiegels. Dit is hoe vochtinhoud de belangrijkste prestatiekenmerken beïnvloedt:
1. Flexibiliteit en mechanische sterkte
Optimaal vochtgehalte (7-9%): krantenpapier bevat meestal 7-9% vocht onder standaardomstandigheden, wat helpt bij het handhaven van een goed evenwicht tussen flexibiliteit en treksterkte.
Laag vochtgehalte (<5%): als het papier te veel vocht verliest door droge opslagomstandigheden, wordt het bros en meer vatbaar voor scheuren, kraken en breuk tijdens het hanteren en het afdrukken.
Hoog vochtgehalte (> 10%): overmatig vocht maakt het papier te zacht en zwak, wat leidt tot rimpels en verlies van dimensionale stabiliteit tijdens het afdrukken van hoge snelheid.
2. Curlweerstand en dimensionale stabiliteit
Vochtige schommelingen en curling: krantenpapier stort uit bij het absorberen van vocht en contracteert bij het uitdrogen. Ongelijke vochtabsorptie leidt tot krullen, vooral als de ene kant van het vel meer wordt blootgesteld aan vochtveranderingen dan de andere.
Snelle afdrukeffecten: tijdens het afdrukken van weboffset kan vocht uit de inkt- en perskameromgeving papieren uitbreiding veroorzaken, wat de nauwkeurigheid van de registratie en afdrukuitlijning beïnvloedt.
Curling voorkomen: juiste vochtigheidscontrole (45-55%) en het handhaven van een evenwichtig vochtgehalte helpen de krul te minimaliseren en stabiel bladgedrag te garanderen.
3. Opslag- en hanteringseisen
Temperatuur- en vochtcontrole: krantenpapier moet worden bewaard bij een temperatuur van 18-24 ° C (64-75 ° F) en de relatieve vochtigheid van 45-55% om optimale vochtspiegels te behouden.
Overwegingen van verpakkingen: gewikkelde pallets en rollen moeten goed worden afgesloten om vochtschommelingen tijdens transport en opslag te voorkomen.
Acclimatisatie vóór afdrukken: krantenpapier moet zich gedurende 24-48 uur vóór afdrukken aan de perskamermilieu kunnen aanpassen om krimp-, krimp- of uitbreidingsproblemen te voorkomen.